vrijdag 16 juni 2017

Koster in Meensel: een levenswerk

Onlangs stelde diaken Luc op een vergadering de vraag “wie schrijft eens een artikel over een belangrijk persoon in de kerk of over het ontstaan en de naam van de kapelletjes in onze parochie.

Ik ben naar mijn buurman gestapt. Niets bijzonder zou je denken, ware het niet dat mijn buurman de bijna 97 jarige koster-organist van de St.-Mattheuskerk in Meensel is.
Zijn naam is Alfons Stas. Hij is gehuwd met Margriet Nijs en heeft 4 kinderen (Nicole, Diana, Marcel en Hilde).
Hij komt uit een kostersfamilie, zowel overgrootvader, grootvader als  vader waren koster in Meensel.


Al 90 jaar met het orgel begaan
Vanaf zijn 7de jaar was hij windblazer voor het orgel. Door deze taak te vervullen en omdat de mis in het Latijn was, zong en las hij alles mee maar wist toen niet waar het over ging want hij verstond geen latijn.
Ook moest hij elke morgen om 7u naar de mis gaan en op zaterdag om 17u de klokken luiden zodat de mensen hun uurwerk konden juist zetten om op zondag op tijd in de kerk te zijn.
Hij speelde zijn eerste mis op 10 jarige leeftijd en dacht dat het nooit zou lukken want hij had zelf nog nooit op het kerkorgel gespeeld. Nachten lag hij wakker met als doemscenario dat hij alles door elkaar zou spelen of iets zou overslaan. Maar alles verliep zoals het hoorde.
Hij wilde naar het Lemmensinstituut maar mocht niet van vader. Hij moest zijn vader opvolgen op de boerderij. Hij volgde dan maar pianoles bij meester Mues in Kapellen tot zijn 12de. Daarna  mocht hij één keer per week pianoles en notenleer volgen in Tienen. Hiermee kon hij een hele week oefenen en vader ook nog helpen op de boerderij, wat later een fruitbedrijf werd.

Reeds 82 jaar koster
In 1935 bij het op pensioen gaan van vader nam hij de taak als koster-organist over.
Toen ik hem vroeg wat de taak van een koster-organist eigenlijk inhield, antwoordde hij : de kerk uitborstelen want in die tijd lag er nog geen beton en lag de kerk vol zand, de klokken luiden, alles klaarzetten voor de eucharistie (hosties, wijn…) de misvieringen begeleiden op het orgel en na de mis alles terug opruimen.

7 pastoors en een diaken
Op mijn vraag hoeveel pastoors hij bijgestaan heeft op al die jaren, zei zij : zeven en noemde ze allen bij naam (Van Keerbergen, Sloots, Robert, Geerdens, Vrancken en Van Aerschot en één jaar D’Havé. Nu zolang ik het nog kan, ook diaken Luc.  Ik ben nu nog alleen organist, de job van koster heb ik op mijn 90ste opgegeven omdat het niet zo vlot meer ging.
Over het verschil tussen de misvieringen vroeger en nu antwoordde hij: de taal, vroeger was alles in het Latijn en nu vooral in het Nederlands. Vroeger werd er alleen in de meimaand een Nederlandstalig  Marialiedje gezongen.
Natuurlijk valt ook het aantal kerkgangers op : vroeger zaten de kerken overvol ook al waren er twee missen op zondag. Iedereen ging naar de mis – jong en oud, nu zie je zelden nog kinderen of jongeren in de kerk.
Volle kerken zijn wel aangenamer voor de organist maar in Meensel beschikken we over een goed zangkoor en ook de aanwezigen bidden en zingen goed mee waardoor de mis toch aangenaam klinkt.
Bij mijn vraag over het orgel wist hij te vertellen dat het eerst in de O.L.V.-Ten Poelkerk in Tienen stond. In 1785 verkocht het kerkbestuur het orgel aan St.-Joris-Winge, waarna het in 1843 hier in Meensel terecht kwam.
Het is overgrootvader die als eerste hier in Meensel het orgel mocht bespelen. Dankzij het goede onderhoud klinkt het nog steeds zoals toen.
Fons, zoals wij hem hier in Meensel noemen, vindt het jammer dat hij geen opvolger heeft bij zijn kinderen en kleinkinderen om als koster-organist zijn taak over te nemen. Hierdoor zal het koster zijn in de familie Stas niet verder gaan dan de 4de generatie.
Bedankt Fons voor de gezellige babbel en wij hopen dat je nog een aantal jaren onze organist kan zijn.

Lydia Trompet

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Dank u wel voor uw reactie. Van zodra ze is nagelezen en goedgekeurd, zullen we ze publiceren.