Onlangs stelde diaken Luc op
een vergadering de vraag “wie schrijft eens een artikel over een belangrijk
persoon in de kerk of over het ontstaan en de naam van de kapelletjes in onze
parochie.
Ik ben naar mijn buurman gestapt. Niets bijzonder zou je denken, ware het niet dat mijn buurman de bijna 97 jarige koster-organist van de St.-Mattheuskerk in Meensel is.
Zijn naam is Alfons Stas. Hij
is gehuwd met Margriet Nijs en heeft 4 kinderen (Nicole, Diana, Marcel en
Hilde).
Hij komt uit een
kostersfamilie, zowel overgrootvader, grootvader als vader waren koster in Meensel.
Al 90 jaar met het orgel begaan
Vanaf zijn 7de
jaar was hij windblazer voor het orgel. Door deze taak te vervullen en omdat de
mis in het Latijn was, zong en las hij alles mee maar wist toen niet waar het
over ging want hij verstond geen latijn.
Ook moest hij elke morgen om
7u naar de mis gaan en op zaterdag om 17u de klokken luiden zodat de mensen hun
uurwerk konden juist zetten om op zondag op tijd in de kerk te zijn.
Hij speelde zijn eerste mis
op 10 jarige leeftijd en dacht dat het nooit zou lukken want hij had zelf nog
nooit op het kerkorgel gespeeld. Nachten lag hij wakker met als doemscenario
dat hij alles door elkaar zou spelen of iets zou overslaan. Maar alles verliep
zoals het hoorde.
Hij wilde naar het
Lemmensinstituut maar mocht niet van vader. Hij moest zijn vader opvolgen op de
boerderij. Hij volgde dan maar pianoles bij meester Mues in Kapellen tot zijn
12de. Daarna mocht hij één
keer per week pianoles en notenleer volgen in Tienen. Hiermee kon hij een hele
week oefenen en vader ook nog helpen op de boerderij, wat later een
fruitbedrijf werd.
Reeds 82 jaar koster
In 1935 bij het op pensioen
gaan van vader nam hij de taak als koster-organist over.
Toen ik hem vroeg wat de taak
van een koster-organist eigenlijk inhield, antwoordde hij : de kerk
uitborstelen want in die tijd lag er nog geen beton en lag de kerk vol zand, de
klokken luiden, alles klaarzetten voor de eucharistie (hosties, wijn…) de
misvieringen begeleiden op het orgel en na de mis alles terug opruimen.
7 pastoors en een diaken
Op mijn vraag hoeveel
pastoors hij bijgestaan heeft op al die jaren, zei zij : zeven en noemde ze
allen bij naam (Van Keerbergen, Sloots, Robert, Geerdens, Vrancken en Van
Aerschot en één jaar D’Havé. Nu zolang ik het nog kan, ook diaken Luc. Ik ben nu nog alleen organist, de job van
koster heb ik op mijn 90ste opgegeven omdat het niet zo vlot meer
ging.
Over het verschil tussen de
misvieringen vroeger en nu antwoordde hij: de taal, vroeger was alles in het Latijn
en nu vooral in het Nederlands. Vroeger werd er alleen in de meimaand een Nederlandstalig Marialiedje gezongen.
Natuurlijk valt ook het
aantal kerkgangers op : vroeger zaten de kerken overvol ook al waren er twee
missen op zondag. Iedereen ging naar de mis – jong en oud, nu zie je zelden nog
kinderen of jongeren in de kerk.
Volle kerken zijn wel
aangenamer voor de organist maar in Meensel beschikken we over een goed
zangkoor en ook de aanwezigen bidden en zingen goed mee waardoor de mis toch
aangenaam klinkt.
Bij mijn vraag over het orgel
wist hij te vertellen dat het eerst in de O.L.V.-Ten Poelkerk in Tienen stond.
In 1785 verkocht het kerkbestuur het orgel aan St.-Joris-Winge, waarna het in
1843 hier in Meensel terecht kwam.
Het is overgrootvader die als
eerste hier in Meensel het orgel mocht bespelen. Dankzij het goede onderhoud
klinkt het nog steeds zoals toen.
Fons, zoals wij hem hier in
Meensel noemen, vindt het jammer dat hij geen opvolger heeft bij zijn kinderen en
kleinkinderen om als koster-organist zijn taak over te nemen. Hierdoor zal het
koster zijn in de familie Stas niet verder gaan dan de 4de
generatie.
Bedankt Fons voor de
gezellige babbel en wij hopen dat je nog een aantal jaren onze organist kan
zijn.
Lydia Trompet
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Dank u wel voor uw reactie. Van zodra ze is nagelezen en goedgekeurd, zullen we ze publiceren.