zaterdag 10 november 2018

De oorlogsweduwe


Homilie van de viering in Sint-Martinus Tielt-Winge: patroonsfeest, zondagsviering, herdenking van de slachtoffers uit beide wereldoorlogen

Sfeerbeelden:

Broeders en zusters,

We hoorden het verhaal van twee weduwen: eentje uit het Oude Testament, ten tijde van koning Achab, de koning van het Noordrijk Israël (871-852 v. Chr.) en eentje in de tijd van Jezus’ leven, in de jaren dertig van het begin van onze tijdrekening: https://dagelijksevangelie.org/NL/gospel/2018-11-11

Als je in de Bijbel het woordje weduwe hoort, dan moet je er altijd denken dat aan een categorie van mensen die totaal aan hun lot overgelaten is: weduwen, wezen, vreemdelingen. Ze waren kwetsbaar, arm en hulpeloos. Als een weduwe geen kinderen had, waarop ze eventueel kon rekenen, dan was ze veroordeeld tot de bedelstand.


Bij deze herdenkingsdag van de beide oorlogen, gingen mijn gedachten naar al die vrouwen uit de beide oorlogen die op een dag de melding kregen dat hun man of zoon gedood waren in de strijd of in een gevangenenkamp. De verhalen uit de eerste wereldoorlog zijn geschiedenis geworden die je nog op tv ziet of leest in boeken. De herinneringen van die trieste boodschap, hoor ik wel nog af en toe in Meensel-Kiezegem van de nu bejaarde kinderen die hun vader verloren: hoe er thuis moest gezwoegd worden om de boerderij verder te zetten, krachtige vrouwen die het beste van zichzelf gaven om het gezin recht te houden en een inkomen te verwerven.

Broeders en zusters, terwijl wij nu straks kransen gaan leggen en eerbetoon brengen aan de slachtoffers van de wereldoorlogen en nadien een aperitiefje drinken, komen er wellicht weer nieuwe weduwen bij: in Jemen, in Oost-Congo, in Syrië, in het Oosten van Oekraïne en op al die andere plaatsen waar gevochten wordt.


Deze week las ik het verhaal van een weduwe uit Syrië.  Ze woont in de Vallei der Christenen, een landelijke regio in Syrië dichtbij de grens met Libanon. Daar helpt de lokale Kerk dankzij de steun van de pauselijke stichting Kerk in Nood (het vroegere Oostpriesterhulp) duizenden families die door de oorlog ontheemd zijn en in uiterste nood verkeren.  Bekijk haar verhaal in de onderstaande video:


Rasha Drazy was slechts 23 jaar toen ze vernam dat haar man Michael gestorven was.  De jonge vrachtwagenbestuurder reed van de Vallei der Christenen naar Damascus. Op een dag werd hij beschoten door een sluipschutter en overleed onmiddellijk. Rasha verloor niet alleen haar jonge echtgenoot, maar ook de financiële middelen om haar familie te onderhouden.  Als moeder van twee kinderen bevond zij zich al in een verschrikkelijke situatie toen het gewapende conflict nog maar net begonnen was.

“We woonden in Damascus, maar we zijn naar Marmarita gevlucht omwille van de dagelijkse bombardementen in de hoofdstad. Slechts enkele maanden nadat we hier toekwamen in 2012, werd mijn man vermoord.”, vertelt Rasha met een blik die doordrongen is van de pijn die ze ondanks haar jonge leeftijd al heeft moeten doorstaan. Haar kinderen Michael en Rachel zitten naast haar. Ze zijn 10 en 8 jaar oud. “Het leven was al moeilijk vóór de dood van mijn man. De kinderen konden niet meer naar school gaan omdat de school gesloten werd wegens de oorlog. We leefden verder van het weinige spaargeld dat we hadden totdat Michael opnieuw werk vond.”
Verhalen zoals deze hoor je in het hele land. De aangrijpende getuigenis van duizenden vrouwen – allemaal ‘Moeders Courage’ – die door de oorlog hun kinderen en echtgenoten verloren hebben. Ze verliezen dan niet alleen hun dierbaarste geliefden, maar ook hun bron van inkomsten voor het gezin.
Meer dan 2000 families krijgen maandelijks noodhulp van Kerk in Nood via het hulpcentrum Sint-Pieter van de melkitische katholieke Kerk in Marmarita. 

“Deze hulp heeft ons opnieuw doen geloven en hoop gegeven,” vervolgt Rasha, “we hebben de Kerk van dichtbij ervaren en dat heeft ons aangespoord om ons meer te engageren voor deze gemeenschap. Ikzelf maak deel uit van het vrijwilligersteam dat de noodhulp voor de ontheemde families in de Vallei der Christenen coördineert”. Terwijl ze thee brengt, vertelt Rasha Drazy dat ze op een dag, in plaats van weg te zinken in wanhoop, besloot om anderen te helpen die net als zij doorheen de ergste periode van hun leven gaan.  “Met de situatie waarin we leven is het moeilijk te weten wat de toekomst ons zal brengen. Dus moeten we zo goed mogelijk van dag tot dag proberen te leven met het weinige dat we hebben. Ik probeer het geloof en de vreugde van dichtbij Jezus te zijn, door te geven aan mijn kinderen. Dat helpt ons om de hoop niet te verliezen in deze moeilijke tijd.”

Rasha die als vrijwilligsters werkt en zich engageert in de nood aan anderen vluchtelingen, is voor mij de arme weduwe uit het Evangelie van vandaag, zij die alles verloren heeft en toch nog van zichzelf geeft aan anderen.
Broeders en zusters, er komt soms kritiek naar de Kerk toe dat we ons inzetten voor die mensen omdat we enkele honderden naar hier gehaald hebben via de humanitaire corridors en dat we ze nu moeten opvangen. Er wordt gezegd dat we het niet aankunnen, er geen geld voor hebben, dat vluchtelingen onze rijkdom vernietigen of dat de opvang van één vluchtelingengezin uit Syrië zelfs het budget van de gemeente zou verkwisten.
Maar, Libanon, een arm land zo groot als vier Vlaamse provincies met 4 miljoen inwoners, vangt 2 miljoen vluchtelingen op: dat is 1 op 2. Jordanië vangt er wellicht een miljoen op. Het land bestaat overwegend uit vluchtelingen: Palestijnen uit de oorlogen in de jaren zestig, Irakezen uit de oorlogen van de jaren 80, Syriërs uit het recente conflict.
Broeders en zusters, het zit in de kern van onze Blijde Boodschap om troost te bieden aan armen en zwakken. Daarom helpt de katholieke Kerk, en met kerk bedoelen we de gemeenschap van gelovigen, oorlogsslachtoffers, vrouwen, weduwen en moeders om hun bijzonder moeilijke situatie te doorstaan.
Het Evangelie van de 32ste zondag roept ons op de herdenkingsdag van WOI op om zich te bezinnen of we in de rol stappen van Schriftgeleerden of weduwen. Treden we in het voetspoor van Sint-Maarten, volgen we Jezus. Dat is de vraag die ons vandaag wordt gesteld.

Luc Claeys p.di.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Dank u wel voor uw reactie. Van zodra ze is nagelezen en goedgekeurd, zullen we ze publiceren.