Homilie 26 juli 2020 – 17de zondag door het jaar A (1ste
Boek Koningen 3,5.7-12 en Mt. 13, 44-52)
Broeders en zusters,
Net als vorige week horen we Jezus opnieuw vertellen in
parabels, een beetje een moeilijker woord voor gelijkenissen. Hij vergelijkt
het Rijk de hemelen wel met vier verschillende zaken:
- Met een schat verborgen in een akker
- Met een mooie parel van grote waarde
- Met een sleepnet met goede en slechte vissen
- En de Schriftgeleerden in het Rijk der hemelen met een huisvader
Pareltjes
De vergelijkingen zijn zelf een aantal kleine pareltjes, zou men kunnen zeggen. Het Rijk der hemelen is een vaak gebruikte term zowel in het Joodse geloof als in het christendom. Het drukt iets uit van Gods heerschappij, van zijn gedroomde wereld… één die in de toekomst ligt, bij het einde der tijden, maar ook één die nu al begint, een rijk waar we samen mogen en kunnen aan bouwen. Het Rijk der hemelen komt er morgen, maar begint al vandaag.De eerste twee uitspraken van Jezus vergelijken dat Rijk met
iets heel tastbaars, met schijnbaar een materiële rijkdom: een schat in een
akker en een mooie parel. Die schat in de akker doet me terugdenken aan mijn
kinderjaren, thuis aan de rand van Gent, waar we toen woonden en waar we met
speelkameraadjes op een braakliggende grond in de straat tunnels gingen graven
in de hoop ook iets waardevols te vinden. Zelfs mijn zoon doet iets
gelijkaardigs; samen met een schoolkameraad heeft hij een zware magneet gekocht
en daarmee gaan die twee af en toe magneetvissen: wie weet komt er wel iets
naar boven dat bijzonder is.
Zeldzaam
En die parel doet met denken aan dure halssnoeren van rijke
vrouwen. Vorige week las ik nog in het Nieuwsblad een verhaal van een 79-jarige
man uit Keerbergen die traditiegetrouw mosselen koopt bij een handelaar in
Kampenhout. Maar omdat hij het begin van het mosselseizoen enig cachet wou
geven kocht hij deze keer twee dozijn oesters. Dat deze feestelijke inzet van
het mosselseizoen een gouden, of in dit geval een paarlemoeren randje, zou
krijgen, dat had hij niet verwacht. Bij het openen van de voorlaatste oester
trof hij een kleine, maar echte parel aan, een vondst die hij natuurlijk niet
voor zich alleen kon houden. Hij ging er mee naar de vrouw van de
mosselhandelaar en ook zij was zeer verbaasd. Ze vertelde hem dat het tijdens
haar 35-jarig bestaan het nog nooit gebeurd was dat er een parel was gevonden
of dat iemand haar dat verteld heeft.
De vraag is of Jezus nu met die twee vergelijkingen bedoelt dat zijn gedroomde wereld te maken heeft met rijkdom vergaren, schatten en parels in te zamelen. Ik denk het niet… zijn vergelijkingen zullen wel eerder te maken hebben met het feit dat het Koninkrijk der hemelen, dat die gedroomde wereld niet zo maar voor het grijpen ligt: je vindt niet alle dagen een schat op onze akkers, in tegendeel op onze Vlaamse velden worden wel elke dag nog granaten en bommen opgegraven uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog.
En je vindt dus ook niet alle dagen waardevolle parels in een oester. In Jezus’ tijd zal dat echt een zeldzaamheid geweest zijn. Bij ons worden vandaag wel parels gekweekt door kunstmatig een vreemd elementje in een oester binnen te brengen, maar natuurlijke parels die zijn zeer uitzonderlijk. Het Rijk der hemelen, de gedroomde wereld van God, een wereld waar rechtvaardigheid en goedheid heerst, broeders en zusters, die is erg zeldzaam, als je daar een spoortje van vindt, dan doe je maar best om je daar volledig aan over te geven. Daarom koopt die ene man een akker en de koopman die parel met alles wat ze bezaten. Zoiets waardevols willen ze zich niet laten ontglippen.
Als dat Rijk der hemelen zo waardevols is, waar heeft het
dan mee te maken. Als het geen, bezit, geld of rijkdom is, wat is het dan wel?
Wat is die droom van God? En wat is jullie droom? Dat is immers de vraag. De
Bijbel wil ons niet zomaar vertellen en opleggen maar de boeken dagen ons
altijd uit, ze roepen ons elke zondag op om zelf op onderzoek te gaan, om zelf
te onderscheiden wat belangrijk is in het leven, wat voor ons het meest
waardevolle is in ons bestaan.
Het is dus geen toeval dat de Heer net in een droom aan
koning Salomo vraagt wat Hij hem zou kunnen geven. En de wijze koning vraagt
geen macht aan God; hij vraagt hem alleen een opmerkzame geest om het
onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad. Dat is wat de Heer in de
droom ook behaagt: Salomo vraagt niets voor zichzelf, geen lang leven, geen
rijkdom maar alleen maar inzicht en wijsheid om recht te spreken, om te kunnen
detecteren wat goed en slecht is.
Onderscheiden tussen goed en kwaad
Ook voor Jezus is dat de kern van de zaak, als puntje bij paaltje komt, als we de eindafrekening maken van ons leven, gaat het er niet om hoeveel materiële rijkdom we verzameld hebben, maar gaat het erom of we de afweging hebben kunnen maken tussen goed en kwaad. Vandaar zijn vergelijking van het sleepnet waarin goede en slechte vissen zitten. De goede gaan de manden in, de slechte worden verbrand.
Ook die parel kan ons aanzetten tot enig nadenkwerk. Misschien sluipt er ook in ons leven wel iets binnen dat daar niet thuis hoort of daar onverwacht binnenkomt: een kwade gedachte, een vreemdeling of arme die om hulp vraagt, een virus dat ons ziek maakt… noem maar op. Maar als we die indringers omgeven met door God geïnspireerde liefde, kunnen ze uitgroeien tot iets onwaarschijnlijk moois… wanneer we de kwade gedachte ombouwen tot iets positiefs, onze hulp aanbieden aan die behoeftige, de zieke nabij zijn in het lijden, dan wordt die harde schelp of vervelend tergende zandkorrel tot een parel.
Een goede huisvader
Het Rijk der hemelen begint vandaag al en dus roept Jezus ons, de gelovigen, zij die al enige kennis van de Bijbel hebben, op om te handelen als een huisvader. Het begrip goede huisvader is zo belangrijk dat het vanuit de Bijbel ook in onze rechtspraak en zelfs in ons financieel taalgebruik is binnengedrongen, ook een beetje zoals die schelp of dat stukje zand in de oester en waaruit een parel is ontstaan. Zijn laatste vergelijking is onze zending, onze missie, onze opdracht voor de volgende weken: haal uit uw schat nieuw en oud tevoorschijn; zet uw beste beentje voor om wat u het nauwst aan het hart ligt waar te maken met oude traditionele recepten, maar ook met de creatieve geest en nieuwe ideeën. Gods gedroomde wereld doet een beroep op al onze vaardigheden en talenten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Dank u wel voor uw reactie. Van zodra ze is nagelezen en goedgekeurd, zullen we ze publiceren.