Op 30 september nodigen we in de parochiefederatie
Tielt-Winge voor de eerste keer uit voor een contemplatieve dialoog. Maar wat
is dat eigenlijk? Sim D’Hertefelt van Kerk&leven schreef er een tweetal
jaar geleden een artikel over dat het goed uitlegt.
Contemplatieve dialoog is een goede manier om je
geloof te verdiepen en om samen kerk te vormen. Ontdek de werkwijze.
Tijdens contemplatieve dialoog wissel je in groep uit
over een spirituele tekst. Bijbelteksten (bv de evangelielezing van de zondag)
of teksten uit de christelijke contemplatieve traditie zijn hiervoor bij
uitstek geschikt.
Contemplatieve dialoog is een goede manier om je
geloof te verdiepen en persoonlijk te wortelen. Het is ook een manier om samen
kerk te vormen en om te leren luisteren naar het Woord van God, naar de
christelijke traditie, naar elkaar en naar je eigen innerlijk. De werkwijze is
er specifiek op gericht om ruimte te maken voor luisteren en discussie te
vermijden.
Voorbereiding
Om een groepje voor contemplatieve dialoog gestalte te
geven heb je 1 of meerdere mensen nodig die één en ander voorbereiden.
De organisator regelt de locatie en verzorgt de
communicatie naar bestaande en mogelijk nieuwe deelnemers. Reken op 6 tot 12
deelnemers voor een goed verloop.
Geen vereiste, maar voor minder gekende teksten wel
zinvol is dat iemand uit de groep optreedt als inleider. Bij een tekst uit de
christelijke contemplatieve traditie kan
bijvoorbeeld een biografische schets van maximum een kwartier nuttig
zijn. Of enkele representatieve citaten die de groep laten thuiskomen in de
taal van de auteur. De inleider kiest ook de tekst die zal dienen als leidraad
voor de contemplatieve dialoog.
Voor de bijeenkomst zelf is een gespreksleider nodig
die het verloop bewaakt. De gespreksleider zorgt voor een afdruk van de tekst
per deelnemer en voor wat blanco papier en enkele pennen. Voor een vlotte
dialoog is het nuttig om de tekstregels te nummeren voor het kopiëren. Zo
kunnen de deelnemers straks gemakkelijk naar een fragment verwijzen. Voor
groepen die regelmatig nieuwe deelnemers verwelkomen, zijn naambordjes wel
handig.
Verloop
Korte inleiding van maximum een kwartier: geen
vereiste, maar voor minder gekende teksten en auteurs wel zinvol.
De gespreksleider deelt de tekst uit en legt kort het
verloop in 3 rondes uit. Vooral nodig als er nieuwe mensen aansluiten.
Iemand uit de groep leest langzaam de tekst voor.
Tijdens de korte stille tijd die daarop volgt, kan je de tekst opnieuw lezen en
laten spreken tot je hart. Duid aan welke woorden of zinnen je raken. Kies er 1
uit die je het meeste raakt en noteer eventueel waarom.
Ronde 1: de gespreksleider nodigt elke deelnemer
achtereenvolgens uit om te delen welk woord of welke zin je het meeste geraakt
heeft in de tekst en eventueel waarom. Niemand is verplicht om iets te zeggen.
En je mag ook herhalen wat een ander al zei. De andere deelnemers luisteren
aandachtig, maar stellen geen vragen en reageren ook niet. De begeleider zelf
is als laatste aan de beurt. Tijdens een korte stille tijd kan je vervolgens
noteren wat je persoonlijk geraakt heeft in de eerste ronde.
Ronde 2: de gespreksleider nodigt iedereen
achtereenvolgens uit om te delen wat je bijzonder getroffen heeft in de eerste
ronde. Welke woorden of zinnen van een andere deelnemer hebben iets bij je
opgeroepen? De gespreksleider waakt erover dat ronde 2 geen discussie wordt met
wederzijdse kritiek.
Ronde 3: in de laatste ronde gaat de gespreksleider
niet meer systematisch het rijtje van de deelnemers af. Wie dat wil, mag zeggen
wat hij of zij uit de bijeenkomst mee naar huis neemt, eventueel in de vorm van
een kort gebed.
Afsluitend gebed en/of gelegenheid om wat bij te
praten, eventueel bij een drankje.
Aandachtspunten
Contemplatieve dialoog werkt het beste in een sfeer
van gebed. Om deze sfeer mee te bewaken, kunnen gespreksleiders en deelnemers
letten op de volgende aandachtspunten.
Contemplatieve dialoog is geen discussie. Het doel is
niet om te zoeken naar dé enig juiste interpretatie van de tekst of om elkaars
mening te beïnvloeden. Het gaat erom dat deelnemers voor zichzelf kunnen
ontdekken wat hen persoonlijk raakt op dat moment. En om te ontdekken dat
dezelfde tekst bij anderen heel andere dingen oproept.
Om de tekst en de bijdragen van andere deelnemers goed
te kunnen laten landen in je hart, is voldoende stille tijd nodig: wat langer
tussen elke ronde, maar ook kort na elke deelnemer.
Alleen in een context van vrijheid en veiligheid
kunnen mensen delen wat hen ten diepste raakt. Dus geen kritiek op elkaar. Wie
liever wil zwijgen, mag dat.
De gespreksleider waakt over de tijd en onderbreekt
lange monologen tactvol maar kordaat.
Zijn er nieuwe deelnemers in de groep? Dan is het voor
hen vermoedelijk prettig om in ronde 1 en 2 als laatste aan de beurt te komen.
Zo kunnen ze eerst luisteren naar de meer ervaren deelnemers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Dank u wel voor uw reactie. Van zodra ze is nagelezen en goedgekeurd, zullen we ze publiceren.